Gebruik je feestverlichting veilig

Gezellig de winter door

Het wordt weer langer donker en de feestdagen zijn weer in zicht. Daarmee ook de vrolijke feestverlichting die je overal ziet. Maar wist je dat deze ook heel brandgevaarlijk kán zijn? Wij hebben alle tips om feestverlichting veilig te gebruiken voor je op een rij gezet! 

De meeste ongevallen met kerstverlichting ontstaan door onjuist gebruik of door ondeugdelijk materiaal of een zwakke constructie.

  1. LED | Naast dat LED lampjes energiezuiniger zijn, worden ze ook minder warm.
  2. Oververhitting | Zorg er altijd voor dat je lampjes niet tegen textiel hangen, bijvoorbeeld een wollen kerstversiering of gordijn. Als de lampjes warm worden kan dit voor brandgevaar zorgen. Dit kan ook als ze afgedekt worden met stro of watten. Houd dus ook met decoreren hier rekening mee.
  3. Keurmerk | Kies altijd voor lampjes met CE-markering. Of nog beter is KEMA-keur. Dit omdat de veiligheid dan door een onafhankelijk instituut gecontroleerd is.
  4. Snoerencheck | Controleer altijd alle snoeren, aansluitingen en stekkers van je verlichting op beschadigingen. Een lichtsnoer met een beschadiging in het snoer kun je beter niet meer gebruiken.
  5. Indoor/Outdoor | Wil je buiten lampjes ophangen? Zorg er dan voor dat je lampjes koopt die daarvoor geschikt zijn. De stekkerverbindingen moeten waterdicht zijn en het lichtsnoer moet vochtbestendig zijn. Op kerstlampjes staat dit vaak expliciet omschreven als indoor (voor binnen) of outdoor (voor buiten). Maar ook de code IP44 geeft aan dat ze geschikt zijn voor buiten. Uiteraard kun je lampjes voor buiten altijd ook binnen gebruiken. Omgekeerd is dit niet het geval omdat de binnensnoeren niet bestand zijn tegen de weersinvloeden.
  6. Vocht | Zorg er altijd voor dat de stekker van je lampjes droog is, maar ook de lampjes (bij indoor snoeren) niet in contact kan komen met water. Dat kan zorgen voor brand of het gevaar van een elektrische schok. Ook bij snoeren voor buiten is het goed dit regelmatig te controleren.
  7. Transformator | Het beste koop je lichtsnoeren die voorzien zijn van een transformator. Deze reduceert de reduceert de gevaarlijke contactspanning van 230 volt.
  8. Zolder | Haal je de kerstverlichting weer tevoorschijn? Deze heeft vaak een heel jaar op zolder gelegen. Controleer alle snoeren en stekkers goed en kijk direct of alle lampjes nog goed vastzitten. Vervang kapotte lampjes meteen (haal wel eerst even de stekker uit het stopcontact). Doe je dat niet? Dan vergroot je het risico op oververhitting. Bij feestverlichting met lichtdiodes bestaat dat gevaar overigens niet. Bij het blootliggen van elektrische draden kun je het snoer beter weggooien en een nieuwe kopen.
  9. Testen | Voordat je alle slingers op gaat hangen: probeer de installatie eerst uit door de lampjes voor het ophangen een half uur te laten branden.
  10. Kabel te kort | Vaak zijn de gebruikte snoeren nét te kort, of je stopcontact te ver weg. Handig is het om dan een verlengsnoer te gebruiken! Leg dit op een veilige plek, waar niemand erover kan struikelen. Gebruik je een kabelhaspel? Rol deze dan helemaal af om oververhitting te voorkomen.